Deze week was ik in gesprek met Anne. Ze gaf aan dat ze doodmoe was. Op mijn vraag hoe dat kwam, vertelde ze dat ze meerdere avonden had overgewerkt. Haar leidinggevende had gevraagd of ze nog deze week een klus wilde oppakken. En ze had toch weer ja gezegd. Terwijl ze zich zo had voorgenomen om dat niet te doen. Ze had al zoveel werk liggen, wat ze niet afkreeg.
Ze vertelde me dat ze het lastigste vindt dat haar collega’s wel op tijd naar huis gaan. En die ziet ze tussendoor op het werk kletsen en lachen, terwijl zij als een gek aan het werk is.
Grenzen
Mijn ervaring is dat veel mensen met autisme over hun grenzen heen gaan. Ze willen hun werk graag goed uitvoeren, terwijl ze het lastig vinden om hun grens te voelen. Laat staan het onder woorden brengen van je grens en dan ook nog het liefst op een tactische manier.
Voor iedereen gelden andere grenzen. De één kan meer werk aan dan de ander. En dat kan ook nog per dag verschillen. Er zijn van die dagen dat je opstaat en weet dat het een zware dag wordt. Dat je niet veel kunt hebben.
Normen en waarden
Bij het stellen van grenzen spelen je normen en waarden en je opvoeding een grote rol. Ben jij opgevoed met de leefregel dat je altijd nuttig bezig moet zijn of was het geoorloofd om ook eens onderuit gezakt te zitten?
Welke omgangsregels vind jij belangrijk op je werk? ‘Afspraak is afspraak’ of ‘niet over je grenzen gaan’?
Het heeft allemaal invloed op het moment en de manier waarop jij je grenzen wel of niet aangeeft.
Wat zijn jouw grenzen?
En dan moet je je eerst ook nog bewust zijn van je eigen grenzen. En weten wat maakt dat je die grens bereikt hebt. Meestal is dat een opéénstapeling van meerdere oorzaken.
Als je die scherp hebt én het lukt je om tijdig je grens aan te geven, creëer je meer rust voor jezelf.
Signalen herkennen
Je lichaam geeft al snel signalen af dat het teveel wordt. Veel mensen met autisme merken die signalen pas op als ze al veel spanning ervaren. Over het (tijdig) herkennen van de signalen die je lichaam aangeeft, heb ik eerder een blog geschreven. Dat kun je hier lezen.
Hoe geef je een grens aan?
Een paar voorbeeldzinnen:
‘Ik vind het niet erg om af en toe eens wat langer te werken, maar ik vind het wel vervelend als dit iedere week gebeurt.’
‘Het schikt mij op dit moment niet, zullen we een ander moment afspreken?’
‘Ik wil je graag helpen, maar ik zit midden in deze klus. Kan ik over een uur bij je langs lopen?’
Meer dan woorden
Wat je zegt is maar een klein deel van onze communicatie. Lichaamstaal en intonatie spelen ook een belangrijke rol. Dus:
Blijf stevig staan. Haal iets dieper adem dan normaal en breng je adem naar je buik.
Maak je wat groter, neem ruimte in. Schouders naar achteren, hoofd rechtop.
Maak oogcontact of kijk eventueel tussen de ogen.
Laat je stem rustig, laag en duidelijk klinken.
Zeg duidelijk wat je niet bevalt en wat jij wilt dat de ander doet.
Nee zeggen
Bij het aangeven van grenzen komt ook ‘nee zeggen’ om de hoek kijken. Daar is ook veel over te vertellen. Ik heb daar eerder een blog over geschreven.
In de praktijk
Hoe gaat het bij jou?
Welke grenzen zijn er bij jou de afgelopen tijd overschreden?
Hoe heb jij daar op hebt gereageerd?
Stel dat je je grens wel of duidelijker had gesteld, hoe zou het dan geweest zijn?
Zo maar een paar vragen om bij stil te staan.
Wil je daar hulp bij? Neem dan contact met mij op.
lees hier de nieuwsbrief verder