De meeste mensen met autisme die ik spreek hebben moeite goed te functioneren op het werk. En dan bedoel ik niet vakinhoudelijk. Daar zijn ze vaak een kei in. Een vraagbaak voor collega’s.
Nee, ik bedoel alles daaromheen. Het organiseren van het werk, de contacten met collega’s, het overzicht houden tijdens een vergadering.
Herkenbaar?
Geen energie meer
Dat je zo je best aan het doen bent om alles goed te doen, dat je aan het einde van de dag geen energie meer over hebt. Je vraagt je af hoe je collega’s dit doen. Die gaan na het werk nog borrelen of sporten, of spreken met vrienden af. Jij gaat het liefst direct naar huis en hoopt dat je nog de moed vindt om een goede maaltijd voor jezelf (en je gezin) klaar te maken.
Het werkt anders
Als je autisme hebt, dan werkt het in je hersenen anders. Hierdoor heb je meer tijd nodig om te schakelen dan je collega bijvoorbeeld. Maar ook prikkels komen vaak sterker binnen waardoor je snel een vol hoofd krijgt.
Je wilt alles kunnen
Ook al weet je ergens in je achterhoofd wel dat het bij jou anders werkt, je wilt toch hetzelfde kunnen doen als je collega’s. Je wilt volwaardig worden gezien en je wilt geen uitzondering zijn. Daarom bijt je aan het einde van een werkdag nog even door om dingen af te krijgen.
Kans op burn-out
Je weet wel dat je op deze manier veel van jezelf en je lijf vraagt. Dat de kans op uitval van je werk op de loer ligt. Misschien uiteindelijk zelfs wel een burn-out. Maar je weet niet goed wat je kunt doen om je lekkerder te voelen.
5 tips om mee te beginnen
Als je rigoureus van alles anders gaat aanpakken, is de kans groot dat dit mislukt. Het kost je dan heel veel energie om je te focussen op al die veranderingen, energie die je toch al niet zoveel hebt. Daarom werkt het beter om klein te beginnen. Kleine stapjes, geven ook verbetering en zijn beter in te passen.
Tip 1
Bepaal je doel van je werkdag. Om gericht te kunnen werken en denken, is het nodig dat je brein weet dat een taak afgebakend is. Geef je taken en overleggen een duidelijk begin- en eindpunt. Vraag om een agenda voor de overlegmomenten. Die hoeft niet heel groot te zijn, steekwoorden met de onderwerpen geven al veel meer duidelijkheid.
Tip 2
Richt je op één taak tegelijk, ga niet multitasken. Maak aan het begin van de dag een to do list en plan je taken in. Door gestructureerd een lijst van taken af te werken, activeren we ons beloningssysteem (niets zo lekker als taken af kunnen strepen), motiveren we onszelf en beperken we het gevoel van stress.
Tip 3
Geef collega’s aan dat je even geconcentreerd aan een taak wilt werken, En stel voor dat ze hun vragen opsparen voor een ander moment, bv net na de lunchpauze. Het geeft jou de gelegenheid om geconcentreerd door te werken. Bovendien blijf je collegiaal door tijd vrij te maken voor hun vragen.
Tip 4
Sta met regelmaat (zeker één keer per uur) even op achter je bureau vandaan. Even bewegen, een korte ontspanning en onderbreking van je werk. Als ik te lang gezeten heb ga ik soms een aantal keer achter elkaar de trap op en af, of ik ga touwtje springen zonder touw. Nu werk ik veel vanuit huis, dus dat laatste kan ik makkelijk doen zonder dat er vreemd opgekeken wordt. 😉
Tip 5
Kijk naar buiten…..
Belangrijk om niet de hele tijd ‘aan’ te staan. Het is niet voor niets dat je vaak de beste ideeën krijgt als je onder de douche staat, autorijdt of aan het rennen bent. Het werkt vaak goed om een probleem bewust even te laten voor wat het is en je brein ondertussen onbewust zijn werk te laten doen. Kijk even naar buiten, het zal helpen om je hersenen te laten ontspannen.